
Na de middelbare school ging Thijs naar de Hogere Agrarische School in Den Bosch. De eerste jaren daar twijfelde hij nog of hij melkveehouder wilde worden. “Toen ik stage liep bij een bank, kwam ik erachter dat elke dag op kantoor niets is voor mij.” Op 21-jarige leeftijd stapte hij in het melkveebedrijf van zijn ouders. Het bedrijf groeide in die laatste vijf jaar van 220 naar 290 koeien. “We hebben de bestaande stal gerenoveerd en vorig jaar zijn we begonnen met de bouw van een nieuwe stal, die eind maart klaar was. We willen doorgroeien naar zo’n driehonderd koeien en het jongvee terug naar huis halen. Momenteel staan er honderd stuks jongvee bij een opfokker.” Het managen van het bedrijf spreekt hem aan. “Voor de bouw van de stal heb ik de financiële prognose gemaakt. Verder doe ik de fokkerij en bepaal ik samen met een adviseur de rantsoensamenstelling. Daarnaast voer ik alle andere dagelijkse werkzaamheden uit.”
Tomorrow’s Dairy
Onlangs sloot hij zich aan bij het Tomorrow’s Dairy programma van Vreugdenhil en Nestlé. Doel van dit programma is om met praktische en bedrijfsspecifieke maatregelen de CO2-uitstoot op het bedrijf te verlagen. “Dat kan bijvoorbeeld door goed op het eiwitgehalte in het rantsoen van de koeien te letten, op het juiste moment te maaien en niet te veel of te weinig bemesten”, legt hij uit. Samen met een adviesbureau gebruikt hij een online systeem om onder andere de gewenste hoeveelheid gras en eiwitgehalte in het gras te monitoren. Op basis daarvan krijgt hij bemestingsadvies. Maandelijks laat hij een voeranalyse uitvoeren, waarin hij aangeeft hoeveel melk de koeien geven en welk voer ze krijgen. Daarnaast gaat alle mest die afgevoerd moet worden naar een loonbedrijf in de buurt, dat er groen gas van maakt. “Dat is voor ons ideaal, zo hebben we een vaste afnemer voor onze mest en wordt er ook nog energie uit opgewekt.”
Dierenwelzijn
In de nieuwe stal is ook geïnvesteerd in dierenwelzijn, zodat de koeien zich prettig voelen. “We hebben veel ventilatie aangebracht, flexibele ligboxen geplaatst en gekozen voor diepstrooisel met gescheiden mest, zodat de koeien comfortabel kunnen liggen. Ze voelden zich er al snel thuis, want binnen een week nadat ze erin stonden, steeg de melkproductie per koe met drie kilo.” Zelf melkt hij nog drie keer in de week, de rest is uitbesteed aan een externe kracht. De tijd die hij over heeft, komt goed van pas. “Sinds afgelopen januari zijn mijn vrouw Anouk en ik ouders van zoontje Stef. We nemen hem al mee naar de kalfjes tijdens het voeren. Zo groeit hij er vanzelf in.”
Dit artikel verscheen in de zomeruitgave van het magazine voor melkveehouders van Vreugdenhil Dairy Foods.
